Een zotte trip naar Duitsland

Auteur: Jeroen Mentens geschreven op 23 March 2016

Het afgelopen jaar was ongelooflijk druk, druk, druk op mijn "echt werk". Zodanig druk dat ik er op een heel jaar tijd zelfs niet één keer in geslaagd ben om een week vrij te maken voor een uitgebreide fototrip. Het langste wat me uiteindelijk gelukt is, is een lang weekend (drie dagen) in juni.

Hoofddoel van de trip: de Zeggesteekmier (Myrmica gallienii). Waarom een mier? En nog wel deze? Wel, een mens heeft soms een doel nodig dat niet al te gemakkelijk te bereiken is ;-) En dit beestje voldoet daar volledig aan. Ze werd voor het eerst in België gevonden in 2008 in Peer en daarna nog op 1 plaats gezien. In 2014 had ik ze al eens tevergeefs gezocht in Texel toen we met de Vilda-groep daar een week spendeerden. Zeldzaam dus. En bovendien zijn mieren eigenlijk heel mooie interessante diertjes.

En via mijn vaste determinatiehulp Els (nogmaals duizendmaal dank) wist ik een locatie waar zij ze al gezien had: de Federsee in het zuiden van Duitsland. Een goede 600km van thuis maar er zit daar ook erg veel ander moois in de buurt wat het toch de moeite maakt om er zo'n rit voor te maken:

  • Zwarte apollovlinder
  • Pimpernelblauwtje
  • Heldenboktor
  • verschillende Vertigo-soorten
  • ...

Na een lange zonnige rit merkte ik ter plaatse al snel dat het niet zo evident zou zijn om mijn miertjes te vinden. Want dat zijn echte moerasbeesten en het moeras was daar dooraderd met grachten van meters breed. Het werd dus een flink gespring om te geraken op mijn eerste locatie. Omdat het ondertussen al wat donker aan het worden was vond ik vooral muggen. Heel veel muggen. En ik weet nu ook dat "ook geschikt voor de tropen" op een flesje met DEET niet noodzakelijk betekent "weert Duitse muggen af". Bloeddorstige monsters zijn het.

En toen begon het: regen. Een hele nacht door.

Maar 's ochtends was het zowaar gestopt en kon ik op het plankenpad naar het midden van het gebied gaan! Daar zouden zeker, en alléén deze soort, Zeggesteekmieren zitten. Want dat is echt de rand van water en moeras. Helaas, na een half uurtje stappen, net toen ik aan een kijkhut kwam, begon het alweer te regenen om pas een uur later weer even te stoppen. Mieren, ook al zijn het moerasbeesten, laten zich dan niet zien.

Ondertussen was het al bijna middag en had ik nog maar een paar miertjes gevonden. Wel niet op heel natte plaatsen dus vermoedelijk had ik nog niet gevonden wat ik zocht. Dus alvorens druipnat de plaat te poetsen ben ik toch nog enkele kilometers verder op zoek gegaan in een zone waar ook Vertigo-slakjes zouden moeten zitten. Warempel regende het even niet, kwam er zelfs een vlekje blauw in de hemel en daar was ik ondertussen al erg blij mee.

Die plek was wat ik zocht: zompig moeras met waterdrieblad e.d. En in elk polletje veenmos zaten wel een paar miertjes te verkleumen. Slakjes vond ik niet maar ik had goede hoop dat ik volop Zeggesteekmieren gevonden had. :-)

Geef toe, als jij een Zeggesteekmier zou zijn: zou dit dan niet jou favoriete woonplaats zijn?:

Habitatbeeld

 

Maar ... heb je al ooit eens geprobeerd om een steekmier te determineren? Mij lukt het na vele jaren proberen nog steeds niet. En dan heb ik het over determinatiepogingen wanneer ik maximaal uitvergrote foto's op mijn scherm heb. Als ik rondkruipende miertjes van een paar millimeter voor me heb komen mijn determinaties niet veel verder dan het genus, of zelfs dat niet. Duimen dus.

En zoals het al een hele dag ging, het begon na een uurtje droog geweest te zijn weer te regenen dus ik gaf er plaatselijk de brui aan en besloot noordwaarts te rijden. Vlinders en libellen zijn in zo'n weer toch niet te vinden en ik dacht onderweg nog Heldenboktor te gaan zoeken. Alleen bleek die enkel op warme zwoele avonden uit te vliegen. En dat was allesbehalve een correcte beschrijving van de omstandigheden.

Uitgeregend stond ik dus een dikke 30 uren na vertrek al terug thuis. :-(

Thuis aangekomen gingen de potjes met verzamelde mieren op weg om gedetermineerd te worden. 8 potjes van 8 verschillende nestjes steekmieren. Daar moest toch wel Zeggesteekmier bij zitten, niet?

6 maanden later had Els voldoende tijd en bracht ze verlossing. Ik had 1 (één) potje met ocharme twee Zeggesteekmiertjes meegebracht! Mijn 8 potjes steekmieren bleken zelfs van 4 verschillende soorten te zijn.

Eind goed, (bijna) al goed.

Zeggesteekmier

Zeggesteekmier

 

 

Alle beelden van de 7 mierensoorten aan de Federsee kan je hier zien.

Draai uw scherm voor een optimale ervaring