Gek van gekko's
Een van die typisch Spaanse verschijningen is de Kurkeik. Een bast die zich prima in de hals van een fles Tempranillo laat verwerken en leefgebied van mijn kleine, watervlugge obsessie. In een beetje volwassen kurkeik als deze moet je er al snel een stuk of 10 kunnen vinden. Als je goed zoekt tenminste, want kurkeiken geven hun geheimen niet snel prijs. Dat zit 'm in de bast die dik is en diep gegroefd. Dat labyrint van kloven en schuilplaatsen is dé perfecte habitat van een familie gekko's.
Dat het doorgaans geen grote beestjes zijn laat de volgende foto goed zien: het bedrieglijke effect van een macrolens die kleine onderwerpen in volle grootsheid laat zien wordt pas duidelijk wanneer je iets meefotografeert waarvan iedereen zelfs intuitief de grootte kan beoordelen. Ledematen, handen of zelfs vingers lenen zich daar prima voor. Een bijkomend voordeel is dat het beestje meteen wint aan sympathie, want iets dat zo mooi poseert op een welgemanicuurde duim kan toch niet eng of zelfs vies zijn, nietwaar?
De kleine rakkers zijn verduiveld moeilijk te vinden. In het eerste ochtendlicht rustig rondlopen en zoeken op plekken waar de zon stukken oude bast beschijnt werkt echter goed. Gekko's kruipen tevoorschijn en warmen zich op in het warme ochtendlicht. Hoe warmer de gekko wordt, hoe sneller hij kan reageren. Passerende insecten worden door een goed opgeladen gekko met een snelheid verorberd die met het blote oog volstrekt niet bij te houden is. De volgende foto is een animatie van een gekko die een bromvlieg (die net buiten beeld zit) vangt en oppeuzelt.
Nee, natuurlijk niet - het is slechts een foto van een mooi poserend dier dat zich goed liet benaderen. Gefotografeerd op dezelfde kurkeik die ik hierboven al liet zien. Maar het idee mag duidelijk zijn - wie gekko's wil fotograferen moet z'n reflexen trainen (of eigenlijk: leren onderdrukken) en zich bekwamen in tai-chi achtige bewegingen die in perfecte slow-motion worden uitgevoerd. Dat is namelijk de enige manier om met een korte lens echt dichtbij zo'n beestje te komen. Elke snelle beweging zorgt ervoor dat je met veel moeite opgespoorde mini-draak vliegensvlug in een diepe spleet in de schors, of tussen een paar loodzware rotsblokken, verdwijnt.
Dat fotograferen met Oosterse bewegingen impliceert natuurlijk dat je er één hebt gevonden en dat is al een kunst op zich. De hele strategie van gekko's is erop gebaseerd niet gezien of gevonden te worden. De camouflage is verbijsterend. Zelfs de pupil van dit kleintje hierboven is gezaagd, omdat een rechte lijn meer opvalt. Het zit 'm in de details.En alsof dat nog niet genoeg is zijn de meeste soorten in staat de kleur van hun huid te veranderen en aan te passen aan de omgeving. Niet zo snel als kameleons of sommige inktvissen dat kunnen, maar goed genoeg om ze serieus onvindbaar te maken. En alleen een getraind oog merkt ze dan nog op!
Voor wie dat nog niet genoeg reden vindt om gepassioneerd een paar gekko's te stalken: kijk eens naar die teentjes. Dicht bezet met schubben, die bij nader bestuderen uit een soort fijne haren blijken te bestaan. Zo fijn van structuur, dat gekko's zich ermee kunnen vasthouden aan gepolijst glas. Géén ordinaire zuignappen. Ik heb mij laten vertellen dat de microscopische haren zo fijn vormgegeven zijn dat ze op bijna moleculair niveau kunnen hechten aan om het even welk oppervlak. Bliksemsnel rondrennen over een meegezeulde glasplaat is dan ook geen enkel probleem.