Afgelopen week trokken we naar Hongarije, om in de natte delen van het Centraal-Europese laagland op zoek te gaan naar moerasvogels. Zitten die dan niet gewoon in Nederland? Ja, natuurlijk! Maar een aantal heel specifieke soorten, zoals Grote Karekieten, zijn 'bij ons' veel te schaars en kwetsbaar om hier zelfs maar het risico van verstoring te lopen. Op sommige momenten voelde ik me net Shrek, op z'n best in zijn moeras. De groene held reisde met een razend irritante ezel, ik met Stijn. Een stuk beter gezelschap! We startten in de omgeving van het Nationaal Park Neusiedler See, wat in Hongarije Fertö-Hansag heet. Door de hevige regens van het afgelopen voorjaar, waren de waterstanden overal veel hoger dan normaal. De stad Passau, op onze route naar Hongarije, was wat dat betreft indrukwekkend: brugdelen dreven door de binnenstad, de hele stad leek zich verbroederd te hebben en schepte in hoog tempo zandzakken vol. Voor de inwoners van overspoelde straten was het water een groter probleem dan voor ons: met drijvende schuilhutjes in toch al natte gebieden is een beetje meer water geen enkel probleem. Wel moest de auto zo nu en dan een flink tandje bijzetten om via extreem modderige karrensporen onze bestemmingen te bereiken.

Ik maakte een kleine achter-de-schermen impressie van een vroege ochtend in het moeras. Met grote karekieten en een prachtig woudaapje als kers op de taart. En met wat fysiek ongemak, zodat je niet denkt dat het alleen rozengeur en maneschijn is!